Thema: liefdestalen (in de prekenserie over naastenliefde)
Het rode kleed ligt op tafel. Rood is de kleur van de HG en staat voor vuur, enthousiasme. De Geest brengt mensen in beweging om hun gaven en talenten in te zetten voor de gemeente en op die manier de naasten te dienen in liefde.
De verschillende bloemen in allerlei kleuren verwijzen naar de veelkleurigheid van de gemeente en staan ook voor de verschillende 'talen' die mensen gebruiken om elkaar te verstaan. Je hebt elkaar nodig, wie je ook bent of wat je ook doet in de gemeente.
De pot waarin de bloemen gestoken zijn symboliseert de eenheid van de gemeente: iedereen is belangrijk en is nodig voor de gemeente.
Het grote hart voor de tafel wijst naar de onderlinge liefde die uitkomt in het dienstbaar zijn naar elkaar. Gods liefde en trouw zijn de basis voor onze liefdestaal.
De bloemen voor het stuk komen uit tuinen van een aantal gemeenteleden: liefdestaal in praktijk gebracht.