Op de liturgietafel ligt het rode kleed, de kleur van Pinksteren, de kleur van het vuur van de Heilige Geest.
Op een standaard is een schikking gemaakt van drie groepen met drie bloemen.
De bloemen zijn in een opgaande lijn geschikt en wijzen naar boven : dit staat voor de drie-eenheid, Vader, Zoon en Geest.
De kleuren van de bloemen verwijzen naar de tongen van vuur tijdens de Pinksterdag in Jeruzalem.
Hedera in de schikking staat voor Gods trouw.
Verder 7 afhangende rode linten: symbool voor de uitstorting van de HG op Pinksteren. 7 is het getal van de volheid.