Het rode kleed ligt op de liturgietafel. In de doopvont staat een glazen schaal met water. Aan de buitenkant van de schaal, in de doopvont, een rand met groen, herfstbloemen en allerlei bessen, aangevuld met gerbera’s in de kleuren rood/ oranje. Er zijn drie groepjes met rietpluimen in verschillende hoogtes. Om de rand van de doopvont afhangende hederatakken; twee grote bladeren aan beide kanten van de doopvont maken de uitbeelding compleet.
Betekenis:
- Het rode kleed past bij de start van een gemeentethema: het vuur van de Geest zet mensen aan
- Schaal in de doopvont: bij de doop heeft God zich aan ons verbonden; we mogen bij Hem horen, Zijn kinderen zijn. De doortocht door de Rietzee, het begin van de woestijntocht, verbeeldt eveneens de doop. (link naar de preek).
- Krans van bloemen en herfstmateriaal: door de doop zijn we niet alleen individueel aan God verbonden, maar Hij verbindt elke dopeling ook aan de gemeente. We zijn aan elkaar verbonden als gemeente, dat verbeeldt de krans. De diverse materialen van de krans geven de diversiteit van de gemeente weer.
- Rietpluimen in verschillende hoogtes: God roept ons in het Bijbelgedeelte op om trouw te blijven aan Christus. Wij strekken onze handen in afhankelijkheid uit naar God. Riet is sterk: het buigt mee in de wind; maar is ook kwetsbaar : het kan breken. Zo is het ook met ons vertrouwen op God en onze trouw aan God: de ene keer is het heel sterk, een andere keer kan het breken als we door de diepten van het leven gaan.
- Hedera: Deze plant symboliseert Gods trouw! Onze trouw aan God is kwetsbaar en niet stabiel, maar God is altijd trouw!
- Grote bladeren aan beide kanten van de doopvont: deze symboliseren Gods vaderarmen, die de gemeente dragen en beschermen.