Op de liturgietafel ligt het rode kleed, de liturgische kleur voor Pinksteren. Rood symboliseert het vuur van de geest. De brandende paaskaars duidt op de aanwezigheid van Christus.
In een mooi vormgegeven vaas staan drie rode pioenrozen, die symbool staan voor de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het beregras dat over de rozen heengaat drukt uit dat de Geest mensen in beweging zet.
Bij de vaas staat een schotel met rood fruit. Pinksteren is in het O.T. een oogstfeest, en op de eerste Pinksterdag, na de uitstorting van de H.G., was er de oogst van de eerste gelovigen. Het fruit op de schotel symboliseert de ‘oogst’ van zoveel jonge mensen die voor God hebben gekozen.